Dak- en thuislozentelling

De groep dak- en thuisloze mensen is door de jaren heen veranderd. Nieuwe groepen zijn bijvoorbeeld jongeren, vrouwen, arbeidsmigranten of economisch dakloze mensen. Op dit moment is er onvoldoende zicht op de volledige groep dak- en thuisloze mensen in onze regio. Regio Zaanstreek doet dit jaar mee aan de dak- en thuisloze telling om meer inzicht te krijgen in de aantallen en verscheidenheid van dakloosheid.

Dak- en thuislozentelling
Sociaal Wijkteam

Resultaten telling

Dak- en thuisloosheid is divers en vaak onzichtbaar. Mensen slapen niet alleen buiten of in opvang, maar ook bij familie, vrienden of in auto’s en schuren. Een goed beeld helpt ons om dakloosheid terug te dringen en te voorkomen. 

Op de nationale teldag 10 april 2025 telden 57 gemeentes uit 9 regio’s mee. Organisaties vulden een korte vragenlijst in over mensen in een leefsituatie van dak- of thuisloosheid. De invoerperiode van de dak- en thuislozentelling is verstreken.

Wij danken alle deelnemers hartelijk voor hun bijdrage. De komende tijd zal de Hogeschool Utrecht de dubbeltellingen verwijderen en de rapportage opstellen. Op 8 oktober worden de resultaten van de telling door het Kansfonds bekend gemaakt. Vervolgens zal op deze pagina de link naar de resultaten worden geplaatst.

Heeft u tussentijds een vraag? Neem dan gerust contact op via ethostellingenzaanstreek@zaanstad.nl.

Initiatief van Kansfonds en Hogeschool-Utrecht

In Nederland ontbreekt het zicht op de volledige groep dak- en thuisloze mensen. Om dit te veranderen zijn Hogeschool Utrecht en Kansfonds gestart met een nieuwe telling. De telmethode is in 2023 voor het eerst in Nederland toegepast in de regio Noordoost-Brabant. In 2024 doen 55 gemeentes in 6 regio’s verspreid over Nederland mee aan de tweede telronde en bij de derde telronde in 2025 sluiten 57 gemeentes uit 9 regio’s aan. Zo werken we toe naar heldere en betrouwbare cijfers voor heel Nederland. En dat is hard nodig om beleid te kunnen maken gericht op het voorkomen en uitbannen van dakloosheid. 

De onderzoekers van de Hogeschool Utrecht verzamelen alle gegevens.
In oktober 2025 worden de definitieve resultaten gepresenteerd.